By far het rottigste aspect van wonen in het buitenland vind ik het afscheid nemen van familie en vrienden. Alle nieuwe ervaringen, mensen en plekken die je te wachten staan ten spijt, vroeg ik me serieus af of we er wel goed aan deden te emigreren, toen ik onze oudste dochter na het afscheid van haar beste vriendinnetjes, neefjes, nichtjes, opa’s en oma’s huilend over de douane droeg. Vlak voor vertrek naar het warme Indonesië was er opeens niks fijner dan met mijn gezicht in de wind door de koude Nederlandse lucht te fietsen. In de tropen worden herfststormen opeens exotisch en hoewel ik nooit veel op heb gehad met typisch Nederlandse symbolen als klompen en tulpen, hingen die in Jakarta opeens aan mijn sleutelbos. Een bitterbal, pot pindakaas of appelstroop werden opeens exotische goederen, terwijl krupuk, gado-gado of empanadas dagelijkse geneugtes zijn.
De eerste twee maanden had met name onze oudste stevige heimwee. Zodra we skypten of facetimeden met familie en vrienden in Nederland – in het bijzonder haar pasgeboren neefje, sloeg ze dicht en wist ze niet goed meer wat ze moest zeggen. Toen ze haar eerste zwemles in het Engels kreeg, sloeg de paniek toe, omdat ze in Nederland een hardgrondige hekel aan de zwemleraar had gehad. Haar juf in Indonesië loste dat creatief op door ter gelegenheid van haar komst eerst een les vrij zwemmen in te lassen, waardoor alle kinderen blij waren en zij gelukkig ook. Onze tweede dochter leek op het eerste gezicht minder aangedaan door de emigratie, maar kreeg het voor elkaar vlak voor en vlak na ons vertrek een been en twee polsen te breken, waardoor het duidelijk was dat ook haar leefwereld behoorlijk op zijn grondvesten schudde. De jongste, onze zoon, was nog zo klein, dat hij weinig verschil merkte tussen Nederland en Indonesië, maar voelde de overgang des te harder toen we 3 jaar later van Indonesië naar Argentinië verhuisden en zijn vertrouwde vriendengroepje, zijn oppas en eigenlijk alles waar hij ooit van gehoord had achter zich moest laten.
Zowel Indonesië als Argentinië zijn een flink eind vliegen. Dat betekent dat je gedurende je plaatsing ook niet even heen en weer gaat en rijkhalzend uitkijkt naar die ene keer per jaar dat je je familie en vrienden weer kunt zien en dat de kinderen met hun neefjes en nichtjes kunnen spelen. Zelden heb ik zo genoten van een broodje filet américain, een kroket, een wandeling langs vertrouwde plekken of een middag thee drinken met je vriendinnen van vroeger als na de eerste paar maanden in Indonesië, toen alles nog nieuw was en je je weg in een gigantische chaos moest zien te vinden.
Hoe lang je ook in het buitenland woont, elke keer dat je weer vertrekt, rijt de wond van het afscheid uit Nederland én uit je nieuwe thuisland toch weer een beetje open, wanneer je na verloop van tijd ook in je nieuwe woonplaats vrienden, routines en vertrouwde plekken krijgt. Ik weet nog dat ik na een reis terug kwam in Jakarta en de vertrouwde geluiden van de moskee bij ons huis hoorde. Overwacht voelde ik me toen ontzettend thuis. Home is where the heart is en dat hart heeft gelukkig een oneindig vermogen om te groeien en daarin nieuwe mensen en ervaringen op te nemen.
Comments